Het topje van de ijsberg… en hoe die te omzeilen

Wanneer je werkt, voer je iets uit en verbeter je dat. Simpel toch? Het is een gegeven wat in theorie vrijwel iedereen begrijpt, maar in de praktijk komt dit toch lastig van de grond. Het is meestal één van de eerste vragen die klanten ons stellen: “Hoe maken we tijd om ons werk te verbeteren?” De wil om te veranderen is er wel, maar dit is én blijft slechts het topje van de ijsberg. Vaak gaat alle tijd op aan de uitvoering van het werk en het oplossen van dagelijkse problemen, en staat het verbeteren daarvan achteraan in de rij. Wat daarvoor de reden ook is, er ontstaat al snel een vicieuze cirkel die lastig te doorbreken is.

Zeggen dat je met jouw bedrijf wilt veranderen en dat er aandacht moet zijn voor continu verbeteren is nodig, maar dat alleen is niet voldoende. Dus hoe pak je dit aan? Hoe kun je continu verbeteren onderdeel maken van je dagelijkse werk? Wij geven vier tips om mee te beginnen:

1.  Laat zien dat je het anders wil

Zeg niet alleen dat je het anders wilt, maar laat het zelf ook zien. Vraag jezelf af “wat wil ik zichtbaar anders doen?”. En ook: “wat past er nu écht bij mij en de organisatie?” Op die vraag is helaas – of gelukkig – geen standaard antwoord te geven. Zie het dan ook als een waardevolle zoektocht. Doet er zich een probleem voor? Benader dit dan eens via een nieuwe weg en stel andere vragen dan normaal. Sta niet te lang stil bij wat er is gebeurd en wie het heeft gedaan. Vraag jezelf af hoe dit heeft kunnen gebeuren en vooral: wat kunnen jullie samen doen om die oorzaak zoveel mogelijk weg te nemen?

2. Daag je mensen uit om te veranderen

Is er iemand in de organisatie die al in staat is om verbeteren onderdeel te maken van de dagelijkse gang van zaken? Geef diegene dan de nodige aandacht; niet alleen door middel van een compliment, maar daag hem of haar uit om anderen te leren dit ook te gaan doen. Zo gaan steeds meer mensen het belang van continu verbeteren inzien en ervaren.

3. Bekijk de verandering stap voor stap

Denk in kleine stappen. Het is niet nodig om meteen de hele organisatie overhoop te halen. Door middel van kleine – zichtbare – aanpassingen in het dagelijks werk creëer je al snel een breed effect. Hierbij is de interactie met anderen belangrijk. Maak het verbeteren bijvoorbeeld onderdeel van bestaande overleggen, waarbij je ingaat op vragen als: “Wat voor verbeteracties hebben we lopen en hoe gaan die? Wat gaat er goed en begrijpen we waarom? Kunnen we meer op die manier doen?” Blijf in ieder geval alles duidelijk benoemen.

4. Wees blij met kleine resultaten en leer van hetgene dat minder goed werkt

Zie het proces van continu verbeteren als een speeltuin waarin je niet alleen continu verbetert, maar ook continu probeert en oefent. Laat je niet ontmoedigen wanneer er niet direct enorm resultaat optreedt. Het gaat erom dat je steeds samen leert van datgene wat goed en misschien minder goed werkt, waarop je weer kunt bijsturen. Zo wordt de organisatie iedere dag een klein beetje beter en zie je na verloop van tijd het beste resultaat.

Dit is het topje van de ijsberg, er is nog veel meer mogelijk. We komen hier zeker nog eens op terug.